“Over the past three decades, the growth of the Internet has changed how we shop, how we’re entertained, how we communicate, and how we gather information and get the news.”1
Tim Berners-Lee (1955) en de Belg Robert Cailliau gelden als de bedenkers en grondleggers van het world wide web vanaf 19892. Mediahistorici bestempelen de opkomst en de groei van het web vaak als één van de grote informatierevoluties uit de geschiedenis. Ze plaatsen het daarmee op één lijn met het ontstaan van het schrift en de boekdrukkunst. Het wereldwijde web veranderde ontegensprekelijk de manier waarop mensen communiceren en informatie uitwisselen en deed nieuwe subculturen (hackersgemeenschappen, open source...) en nieuwe vormen van sociale netwerken ontstaan.
Volgens Tom Standage kende het web een directe voorloper in de negentiende eeuw in de vorm van het elektrische telegraafnetwerk. In zijn boek The Victorian Internet behandelt hij de culturele impact van het nieuwe medium in de Angelsaksische wereld van de negentiende eeuw 3.
“During Queen Victoria' reign, a new communications technology was developed that allowed people to communicate almost instantly across great distances, in effect shrinking the world faster and further than ever before. (...) Meanwhile, out on the wires, a technological subculture with its own customs and vocabulary was establishing itself.”4
Hij beschrijft hoe diverse sociale groepen het nieuwe medium inzetten om informatie uit te wisselen en doorspekt zijn betoog met tal van voorbeelden en anekdotes. Vaak trekt hij in zijn boek vergelijkingen met het huidige internet. Er ontstonden datingdiensten, kranten gebruikten de telegraaf om snel teksten uit te wisselen, automatische telegrafen verzonden zonder de tussenkomst van een operator geautomatiseerde berichten, “hackers” maakten misbruik van het systeem enz. België valt echter buiten de context van het boek.
Volgens Alex Wright5 speelde net België een voortrekkersrol op het vlak van wereldwijde communicatie, meer bepaald door de figuur van Paul Otlet en senator en nobelprijswinnaar Henri La Fontaine. Op 23 augustus 2015 bracht de Amerikaanse zoekgigant Google een eerbetoon aan Otlet die met zijn wereldwijd toegankelijke Mundaneum het fundament zou hebben gelegd voor wat nu het wereldwijde web heet.6
Hoe zetten Belgische gebruikers de mogelijkheden van het elektrische telegraafnetwerk in? Ontstonden zoals in Groot-Brittannië ook in België nieuwe subculturen dankzij die nieuwe communicatietechniek? Waarom ontstond precies in België het Mundaneum? Was de impact daarvan zo relevant dat het kan gelden als de voorloper van het huidige wereldwijde web? Deze literatuurstudie wil nagaan in welke mate er reeds antwoorden op die onderzoeksvragen zijn geformuleerd.
De Belgische ingenieur Fons Vanden Berghen schreef twee werken over de opkomst van de telegrafie in België. Zijn boek Telegrafie, een verhaal in rechte lijn geldt eveneens als een catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling van het Gemeentekrediet in Brussel die doorging tussen 15 september en 13 december 19987. Vanden Berghen, zelf een verwoed verzamelaar van telegraaftoestellen, beperkt zich in het boek hoofdzakelijk tot een overzicht van de ontwikkeling van de elektrische communicatie in de negentiende eeuw en de werking van de toestellen. “ Veel aandacht wordt er dan besteed aan de telegrafie, omdat het de eerste vorm van elektrische communicatie was en trouwens ook de eerste algemeen verspreide toepassing van de elektriciteit”8. Vertrekkend vanuit zijn collectie beschrijft hij in het boek het ontstaan en de werking van de diverse toestellen voor achtereenvolgens elektrische telegrafie, draadloze telegrafie, radio en telefonie. Onder de titel “Het internet van de 19 e eeuw”9 publiceerde hij in 2012 in eigen beheer een tweede boek dat naast de voorlopers van de elektrische telegrafie en de louter technische beschrijvingen van de gebruikte toestellen, ook slechts in geringe mate aandacht besteedt aan de maatschappelijke impact van de telegrafie. Hij haalt enkele anekdotes aan zonder bibliografische verwijzing. De figuur van Otlet en het Mundaneum komen niet aan bod.
De meeste auteurs die de elektrische telegraafnetwerken behandelden, beperkten zich tot de rol van de overheid in het opzetten van de netwerken en de impact daarvan op de economie. Simone Fari behandelt in zijn boek Victorian Telegraphy Before Nationalization10 weliswaar de rol van de Belgische overheid bij het verlenen van octrooien aan buitenlandse bedrijven, maar besteedt geen aandacht aan de culturele impact.
De Belgische musicoloog en historicus Bart Van der Herten wijdde zijn doctoraat aan transport en communicatie in België tijdens de 19de eeuw. Het onderzoek vond zijn weerslag in ondermeer het b o e k België onder stoom, transport en communicatie tijdens de 19e eeuw. Hij beschrijft de besluiteloosheid die de Belgische overheid aan de dag legde bij de vraag of er een optisch telegraafnetwerk zou uitgebouwd worden. Daarnaast belicht hij de verschillen met Frankrijk waar de optische telegraaf een “strikt diplomatiek en militair instrument” was 11. Door die politieke onbeslistheid kreeg privaat initiatief volgens Van der Herten meer kansen dan in Frankrijk. Vanaf 1837 verschenen in Le Moniteur Belge regelmatig berichten over de mogelijkheden van de elektrische telegraaf. De artikels waren vermoedelijk allemaal van de hand van Quetelet (1796-1874), directeur van het Koninklijk Observatorium van Brussel. In 1845 drong de Brit Wheatstone bij Quetelet aan om zijn idee voor een private telegraaflijn te verdedigen bij de Belgische regering.
Een jaar later was de eerste elektrischetelegraaflijn tussen Brussel en Antwerpen een feit12. De maatschappij van Wheatstone kreeg een concessie, maar stond in voor de investeringen en exploitatie van de lijn. In ruil moest de maatschappij de lijn openstellen voor de handel. De overheid kreeg een aparte lijn voor correspondenties.
In 1849 stelde de overheid een commissie aan die onder leiding van Quetelet controleerde in welke mate men het grote publiek toegang zou kunnen verlenen en hoe dit inkomsten kon genereren voor de overheid. Groot-Brittannië beschikte toen reeds over 3800 km lijnen die 150 steden met elkaar verbonden. De overheid startte onderhandelingen met Frankrijk om het grote publiek ook toegang te kunnen verlenen tot het Franse netwerk. Een Koninklijk Besluit van 4 juni 1850 leidde tot de snelle uitbouw van een telegraafnetwerk13. In datzelfde jaar zouden een aantal telegraafkantoren in grote Belgische steden worden verbonden met lijnen van de Pruisisch-Oostenrijkse Telegraafunie en wat later ook met het Franse netwerk. Vanaf 1865 beschikte België over een dicht landelijk netwerk. Sterke tariefdalingen droegen bij tot het toenemend telegraafverkeer. Vanaf 1865 zou de helft van het telegraafverkeer ingenomen worden door particuliere consumptie. De oprichting van de Internationale Telegraafunie in 1865 en de conventie van Sint-Petersburg uit 1875 was het startsein van een doorgedreven Europese samenwerking. De gemeenschappelijke telegraafmarkt met vaste tarieven verschafte toegang aan iedere “Europese” burger. Volgens Van der Herten mag de publieke impact echter niet overschat worden. Aanvankelijk zouden de hogere tarieven ertoe leiden dat vooral de hogere klassen er gebruik van maakten, maar ook na de daling van de prijzen bleef het een hoofdzakelijk elitaire bezigheid. De post bood immers veel goedkopere correspondentie. Anders dan in Groot-Brittannië waren het dus vooral de hogere lagen van de bevolking die op regelmatige basis gebruik maakten van de telegrafie. Eind negentiende eeuw speelde het een uitermate belangrijke rol in de internationale correspondentie. Anders dan in bijvoorbeeld Groot-Brittannië bestonden er in België geen stedelijke telegraafnetwerken, iets wat vanaf 1880 wel tot stand zou komen door de opkomst van de telefonie14.
Welke soorten informatie verzonden werden, blijkt niet uit het onderzoek van Van der Herten. Of het telegraafnetwerk en het gebruik ervan leidde tot het ontstaan van diverse subculturen binnen de hogere klassen en wie er vooral gebruik van maakte, is evenmin duidelijk. Speelde het idee van wereldwijd beschikbare informatie al een rol in de mindset van de telegraafgebruikers?
Volgens Roland Wenzlhuemer speelde België geen rol van betekenis in het internationale telegraafverkeer. België, Nederland en Zwitserland vormden geen belangrijke knooppunten in de belangrijkste communicatieverbindingen, maar hadden slechts een beperkt belang 15. Hier rijst de vraag of de rol die sommige grote spelers op het vlak van het wereldwijde web, zoals Google, aan Paul Otlet toekennen, niet is overschat. De Belgische cineaste Françoise Levie maakte een documentaire en boek over Otlet onder de naam L'homme qui voulait classer le monde16. Zij noemt Otlet "de theoreticus van de Volkenbond, de uitvinder van de microfilm en van de Universele Decimale Classificatie, de vriend van Le Corbusier en een van de voorlopers van het internet" 17. Het is duidelijk dat niet zo zeer de telegraaf of het telegraafnetwerk de aandacht krijgen, maar eerder het gebruik van het elektrische telegraafnetwerk voor de realisatie van Otlets ideeën. Alex Wright, hoofd van de afdeling User Experience Design aan de New York Times schreef in 2008 een artikel onder de naam The web that time forgot18. Op het World Science Festival in 2012 voerde hij in het bijzijn van Vinton Cerf (de gedoodverfde vader van het internet), Otlet op als een belangrijk innovator op het vlak van het ordenen, vergaren en universeel ontsluiten van informatie. Zijn boek Cataloging the world19 verscheen 70 jaar na het overlijden van Paul Otlet.
Alex Wright beschrijft in zijn boek Cataloging the world het leven van Paul Otlet en de maatschappelijke context waarbinnen diens ideeën tot stand kwamen 20. De moeder van Paul Marie Ghislain Otlet (1868 – 1944) stierf op zijn derde en tot zijn twaalfde kreeg hij thuisonderwijs waar hij opgroeide als een eenzame boekenwurm. De bibliotheek zou levenslang zijn favoriete omgeving zijn. Otlet raakte vooral bekend door zijn Universele Decimale Classificatie (UDC) voor het klasseren van boeken. Samen met nobelprijswinnaar Henri La Fontaine (1854 – 1943) vatte hij in 1895 het plan op een bibliografie te schrijven van alle wereldwijd gepubliceerde kennis die hij vervolgens ook publiek beschikbaar wilde maken. Ze beperkten zich niet alleen tot boeken, maar namen ook artikels, magazines, afbeeldingen, pamfletten... vormen van informatie die door de meeste bibliotheken in die tijd genegeerd werden, in hun lijsten op. Op die manier bouwden ze een databank op met meer dan twaalf miljoen steekkaarten. Van de overheid kregen ze toelating om de databank onder te brengen in overheidsgebouwen te Brussel. Dankzij de overheidssteun konden ze personeel in dienst nemen. Via een brief of een telegraafverbinding konden mensen van waar ook ter wereld informatie opvragen. Deze analoge zoekmachine verwerkte meer dan 1500 vragen per jaar en kreeg de naam Mundaneum. In zijn boeken Traité de documentation (1934) en Monde: Essai d'universalisme uit 1935 schreef hij over de mogelijkheid van een mechanisch collectief geheugen dat alle informatie zou bevatten en toegankelijk moest zijn via telecommunicatie. Hij droomde van een netwerk (“réseau”) van “elektrische telescopen" waarin mensen informatie konden zoeken en bladeren door miljoenen gelinkte documenten, afbeeldingen, geluiden en filmfragmenten. In 1934 zei de overheid haar medewerking en steun op. De Duitse invasie betekende de doodsteek voor dit visionaire Mundaneum. De Duitsers gebruikten de originele ruimte als tentoonstellingsruimte voor kunst van het Derde Rijk en vernietigden duizenden steekkaarten. Paul Otlet stierf als een gebroken man.
Volgens Maria Popova was het niet zo zeer de telegraaftechnologie die Otlet inzette die het fundament legde voor het latere world wide web, maar inspireerden zijn ideeën andere wetenschappers en informatici.
“His monumental collection was predicated not on ownership but on access and sharing — while amassing it, he kept devising increasingly ambitious schemes for enabling universal access, fostering peaceful relations between nations, and democratizing human knowledge through a global information network he called the Mundaneum — a concept partway between Voltaire’s Republic of Letters, Marshall McLuhan’s global village, and the übermind of the future. Otlet’s work would go on to inspire generations of information science pioneers, including the founding fathers of the modern internet and the world wide web.”21
Bovendien stond Paul Otlet niet alleen met zijn ideeën. De Amerikaanse wetenschapper Vannevar Bush (1890-1974) liep met vergelijkbare ideeën rond. In zijn essay As We May Think beschreef hij de Memex (Memory Extender), een toestel dat op basis van microfilms alle belangrijke gegevens zou opslaan. In zijn concept moest de informatie zo worden georganiseerd dat ze snel kon worden opgeroepen en geraadpleegd. Het zou leiden tot nieuwe encyclopediesystemen met een “vlechtwerk van associatieve sporen” die je met de Memex zou kunnen uitlezen. Ted Nelson (1937) startte in 1960 met een gelijkaardig concept op basis van computertechnologie dat hij Project Xanadu doopte, maar veel verder dat een plan is het nooit gekomen 22.
In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide elektrische telegrafie uit tot het medium bij uitstek voor internationale communicatie. Europese staten maakten onderlinge afspraken om het gebruik van dit netwerk te vergemakkelijken. Voor sommigen legde deze eerste vorm van real time communicatie het fundament van het huidige wereldwijde web of bestaat er althans een opmerkelijke verwantschap tussen beide. De noodzaak voor internationalisering leidde snel tot een meer globale aanpak met reguleringen die de landsgrenzen overstegen. De technische ontwikkelingen, de politieke keuzes en strategieën, de economische impact zijn voor België ruim bestudeerd door ondermeer de ingenieur Vanden Berghen en de historicus Van der Herten. Internationaal krijgt vooral Paul Otlet ruime aandacht. Zijn voor velen visionaire ideeën lijken een vertolking van de nood aan internationalisering die duidelijk blijkt uit de oprichting van de Internationale Telegraafunie (1850) en de Conventie van Sint-Petersburg (1875).
In tegenstelling tot Groot-Brittannië benutten in België vooral de hogere klassen de nieuwe communicatievorm. Het is onduidelijk voor welke doeleinden zij de telegraaf inzetten en of er op die manier ook subculturen tot stand kwamen. Wat verklaart de aanvankelijk terughoudende houding van Belgische politici op het vlak van de telegrafie? Stond Quetelet alleen in zijn sterk positieve houding tegenover het nieuwe medium? Promootte hij dit enkel uit commerciële overwegingen of speelde zijn wetenschappelijke achtergrond een doorslaggevende rol? Op welke manier slaagde hij erin de politieke wereld te overtuigen?
Paul Otlet pleitte voor het universeel ter beschikking stellen van informatie en speelde daarin met de steun van de Belgische overheid een voortrekkersrol. Wie maakte hoofdzakelijk gebruik van het Mundaneum? Wie vormde het publiek van de wereldwijd beschikbare informatie die het Mundaneum aanbood? Waarom koos de overheid ervoor om dit idealistische project te steunen?
Het is duidelijk dat heel wat vragen onbeantwoord blijven en dat onderzoek nodig lijkt om dit veld in de Belgische en internationale mediageschiedenis te ontginnen. De reconstructie van de culturele geschiedenis van de Belgische elektrische telegrafie, kan mogelijk een nieuw licht werpen op de historische fundamenten van het allesomvattende wereldwijde web.
1 GUNELIUS, S. The history and evolution of the internet, (http://aci.info/2013/10/24/the-history-and-evolution-of-the- internet-media-and-news-in-5-infographics/), Geraadpleegd op 20/12/2015.
2 BERNERS-LEE, Weaving, 8.
3 STANDAGE, Victorian internet.
4 STANDAGE, Victorian internet, 1.
5 WRIGHT, Cataloging, 246.
6 VAN BELLE, B., Google eert Belgische Google avant la lettre, (http://www.standaard.be/cnt/dmf20150823_01829940), Geraadpleegd op 21 december 2015.
7 VANDEN BERGHEN, Telegrafie.8 VANDEN BERGHEN, Telegrafie, 7.9 VANDEN BERGHEN, Internet.10 FARI, Nationalization, 106.11 VAN DER HERTEN, Stoom, 80.
12 VAN DER HERTEN, Stoom, 82.13 ibid, 88.14 ibid, 102.
15 WENZLHUEMER, Connecting, 149.
16 LEVIE, l'homme.
17 Een derde biografie van Paul Otlet uitgegeven in de Verenigde Staten, (http://expositions.mundaneum.org/nl/nieuws/een-derde-biografie-van-paul-otlet-uitgegeven-de-verenigde-staten), Geraadpleegd op 27 december 2015.
18 WRIGHT, Web.
19 WRIGHT, Cataloging.
20 WRIGHT, Cataloging.
21 POPOVA, Otlet.
22 ZACHARY, Endless frontier, 99.
BERNERS-LEE, T.,FISCHETTI, M., Weaving the Web, New York, 2008.
GUNELIUS, S. The history and evolution of the internet, (http://aci.info/2013/10/24/the-history-and-evolution-of-the-internet-media-and-news-in-5-infographics/), Geraadpleegd op 20/12/2015. FARI, S., Victorian Telegraphy Before Nationalization, Londen, 2015.
LEVIE, F., L'Homme qui voulait classer le monde. Paul Otlet et le Mundaneum , Brussel, 2006.
POPOVA, M., The Birth of the Information Age: How Paul Otlet’s Vision for Cataloging and Connecting Humanity Shaped Our World, (https://www.brainpickings.org/2014/06/09/paul-otlet-alex-wright/), Geraadpleegd op 27 december 2015.
STANDAGE, T., The Victorian internet. The remarkable story of the telegraph and the nineteenth century's online pioneers, Londen, 1998.
VAN BELLE, B., Google eert Belgische Google avant la lettre, (http://www.standaard.be/cnt/dmf20150823_01829940), Geraadpleegd op 21 december 2015.
VANDEN BERGHEN, F., Telegrafie. Een verhaal in rechte lijn, Brussel, 1998.
VANDEN BERGHEN, F., Het internet van de 19e eeuw, 2012.
VAN DER HERTEN, B., België onder stoom, transport en communicatie tijdens de 19 e eeuw, Leuven, 2004.
WENZLHUEMER, R., Connecting the Nineteenth-Century World. The Telegraph and Globalization , Cambridge, 2015.
WRIGHT, A., Cataloging the world. Paul Otlet and the birth of the information age , Oxford, 2014. WRIGHT, A. The web that time forgot, (http://www.nytimes.com/2008/06/17/health/17iht-17mund.13760031.html), Geraadpleegd op 28 december 2015.
ZACHARY, P., Endless Frontier: Vannevar Bush, Engineer of the American Century , Cambridge, 1999.
Een derde biografie van Paul Otlet uitgegeven in de Verenigde Staten, (http://expositions.mundaneum.org/nl/nieuws/een-derde-biografie-van-paul-otlet-uitgegeven-de- verenigde-staten), Geraadpleegd op 27 december 2015.